De stijgende loonkosten van bedrijven vormen een uitdaging in het huidige economische klimaat. Door de krapte op de arbeidsmarkt en de toenemende inflatie zijn de lonen in de gehele bedrijfssector aanzienlijk gestegen. Vorig jaar stegen de cao-lonen gemiddeld met 3,2 procent, en naar verwachting zal dit jaar een stijging van 6,1 procent plaatsvinden. Dit betekent een totale stijging van meer dan 10 procent. Ook het minimumloon zal met ruim 13 procent toenemen, wat de totale loonkosten nog verder doet stijgen. Economen van ABN Amro hebben berekend dat ondernemers daardoor een stijging van ongeveer 17 miljard euro aan loonkosten zullen ervaren in 2023, volgens het rapport "Sectorprognoses 2023-2024 voor het Nederlandse bedrijfsleven".
Ondernemers kunnen proberen kostenstijgingen door te berekenen aan afnemers
Afkoeling van de economie
De lagere koopkracht van consumenten en de snel stijgende rente leiden tot een afkoeling van de economie. Dit heeft een negatief effect op de vraag. Hoewel de impact van de energiecrisis beperkt blijft en bedrijven over het algemeen redelijk succesvol zijn geweest in het doorberekenen van de hogere kosten voor personeel, energie en grondstoffen aan klanten, neemt de bedrijvigheid af. ABN Amro verwacht dat de maakindustrie, voedingsindustrie, bouw, land- en tuinbouw, en detailhandel te maken zullen krijgen met omzetdalingen.
Personeelskosten en sectorverschillen
Personeelskosten variëren per sector en per bedrijf. In 2019 bedroegen de kosten voor lonen, salarissen en sociale premies gemiddeld 15 procent van de omzet in alle sectoren. Een vuistregel is dat sectoren met meer personeel en arbeidsintensiever werk een grotere invloed van loonkosten op de omzet hebben. In de zorg bijvoorbeeld vormen de loonkosten ruim de helft van de omzet, terwijl in de transportsector de loonkosten gemiddeld 22 procent van de omzet bedragen. In de horeca vormen de loonkosten ruim een derde van de totale omzet. In de industrie en detailhandel zijn de loonkosten daarentegen een veel kleiner deel van de omzet, namelijk minder dan 15 procent.
Economische afkoeling en gevolgen
Ondertussen koelt de economie af als gevolg van de stijgende rente en de hoge inflatie, waardoor de productie in veel bedrijven daalt en investeringen afnemen. Hoewel er nog steeds een tekort aan personeel is, neemt het aantal openstaande vacatures af. Albert Jan Swart, sector-econoom bij ABN Amro, merkt op: "Ondernemers kunnen proberen kostenstijgingen door te berekenen aan afnemers, maar in een krimpende markt bestaat het risico dat zij zichzelf uit de markt prijzen."
Invloed op winstmarges
De druk van de gestegen kosten op de winstmarges varieert per sector en branche. In de detailhandel zijn de marges bij kleding- en schoenenwinkels en supermarkten relatief klein, terwijl juweliers en voedingsspeciaalzaken juist hogere marges hebben. Bedrijven met een sterke marktpositie en veel vraag kunnen de kosten gemakkelijker doorberekenen, terwijl bedrijven met een zwakkere marktpositie moeten inleveren op hun winstmarges.
Efficiënter werken en verhoogde arbeidsproductiviteit
Volgens Swart is de noodzaak om efficiënter te werken en de arbeidsproductiviteit te verhogen het grootst in de meest arbeidsintensieve sectoren. Technologische innovaties en de inzet van robots kunnen hierbij uitkomst bieden. Denk bijvoorbeeld aan prefab-bouwen en bouwrobots, QR-codes voor bestellingen en betalingen, bestelzuilen in fastfoodketens, zelfscankassa's en zorgrobots.
Zie het volledige artikel op NOS.nl.