Werknemers in de zorg en horeca hebben het vaakst te maken met ongewenst gedrag op de werkvloer, waaronder seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), uitgevoerd door het CBS en TNO, ervoer in 2023 17 procent van alle werknemers ongewenst gedrag in de afgelopen twaalf maanden. In sectoren als zorg en horeca ligt dit percentage beduidend hoger.
Vrouwen vaker slachtoffer, vooral bij intensief contact
Vrouwelijke werknemers rapporteren aanzienlijk vaker ongewenst gedrag dan hun mannelijke collega’s. In totaal gaf 21 procent van de vrouwen aan hiermee te maken te hebben gehad, tegenover 13 procent van de mannen. Dit verschil speelt een belangrijke rol in sectoren waar veel vrouwen werken, zoals de zorg, waar 82 procent van het personeel vrouw is, en het onderwijs, waar dit aandeel op 65 procent ligt. In deze sectoren worden werknemers regelmatig geconfronteerd met anderen, wat de kans op ongewenst gedrag vergroot.
Vooral in beroepen waarbij intensief contact met collega’s, klanten of patiënten plaatsvindt, zoals in de zorg en horeca, blijkt de kans op ongewenst gedrag groter. Zo heeft in deze sectoren ruim 75 procent van de werknemers dagelijks contact met anderen. Daarentegen is dit in sectoren zoals ICT en financiële dienstverlening – waar minder dan 40 procent van de werknemers dagelijks intensief contact heeft – beduidend lager. In deze sectoren komt ongewenst gedrag dan ook aanzienlijk minder vaak voor.
Verschillen tussen mannen en vrouwen in de zorg en horeca
In de zorg is er nauwelijks verschil in het percentage mannelijke en vrouwelijke werknemers dat te maken heeft met ongewenst gedrag; 30 procent van de vrouwen en 29 procent van de mannen in deze sector ervoeren dit. De aard van het ongewenste gedrag verschilt echter: vrouwelijke zorgmedewerkers rapporteren vaker ongewenste seksuele aandacht (10 procent van de vrouwen versus 5 procent van de mannen), terwijl mannelijke werknemers meer last hebben van intimidatie, fysiek geweld en pesterijen.
In de horeca is het verschil tussen mannen en vrouwen duidelijker. Hier ervaart 24 procent van de vrouwen ongewenst gedrag, tegenover 16 procent van de mannen. Dit verschil is vooral zichtbaar bij werknemers die intensief klantcontact hebben: van de vrouwelijke horecamedewerkers met constant klantcontact ervaart 29 procent ongewenst gedrag, tegenover 18 procent van de mannen.
Ongewenste seksuele aandacht veelvoorkomend bij vrouwen in horeca en zorg
Een belangrijk aspect van het man-vrouwverschil in de horeca is het grote aandeel vrouwen dat te maken krijgt met ongewenste seksuele aandacht. Zo gaf 16 procent van de vrouwen in de horeca aan hier last van te hebben, tegen slechts 6 procent van hun mannelijke collega’s. Ook in de zorg is er een dergelijk verschil: 10 procent van de vrouwen ervoer ongewenste seksuele aandacht, vergeleken met 5 procent van de mannen. Dit type ongewenst gedrag lijkt dus vooral een probleem voor vrouwelijke werknemers in beide sectoren.
Afname ongewenst gedrag in andere sectoren
In tegenstelling tot de zorg en horeca ervaren werknemers in sectoren zoals de landbouw en bouw veel minder vaak ongewenst gedrag. De aard van de werkzaamheden en het relatief lage aantal contacten met anderen dragen bij aan dit verschil. Zo werken werknemers in deze sectoren vaak zelfstandig of in kleine teams, wat de kans op ongewenst gedrag verkleint.