De inflatie in Nederland is in januari gedaald naar 3,3 procent, meldt het CBS. Dat betekent dat consumentengoederen en -diensten gemiddeld 3,3 procent duurder waren dan een jaar eerder. In december bedroeg de inflatie nog 4,1 procent. De daling is grotendeels toe te schrijven aan lagere energieprijzen en minder dure verblijven in bungalowparken.
Energieprijzen en vakantieverblijven drukken inflatie
Een belangrijke factor achter de afname van de inflatie is de prijsontwikkeling van energie. In januari 2025 waren elektriciteit, gas en stadsverwarming gemiddeld 4,0 procent goedkoper dan een jaar eerder. Ter vergelijking: in december 2024 lagen de energieprijzen juist nog 0,5 procent hoger dan in december 2023.
Ook de prijzen van verblijven in bungalowparken hadden een drukkend effect op de inflatie. Dit komt doordat er in januari 2025 minder boekingen binnen de kerstvakantieperiode vielen dan in januari 2024. Tijdens vakantieperiodes liggen de prijzen doorgaans hoger vanwege de grotere vraag, waardoor de afname van boekingen resulteerde in een lagere gemiddelde prijs.
Korte termijn prijsontwikkelingen
Naast de jaar-op-jaar vergelijking kijkt het CBS ook naar de prijsontwikkeling ten opzichte van de voorgaande maand. Hieruit blijkt dat consumentenprijzen in januari 2025 met 0,2 procent zijn gedaald ten opzichte van december 2024. Wel moeten maandelijkse schommelingen met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat seizoensinvloeden een rol spelen. Zo zijn vliegtickets bijvoorbeeld in vakantiemaanden duurder dan daarbuiten, zonder dat dit wijst op een structurele prijsstijging.
Inflatie in de eurozone licht gestegen
Terwijl de inflatie in Nederland afnam, steeg deze juist in de eurozone. Volgens de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) liep de inflatie in de eurozone op van 2,4 procent in december naar 2,5 procent in januari. In Nederland daalde de HICP-inflatie van 3,9 procent in december naar 3,0 procent in januari.
Het CBS hanteert twee verschillende methoden om inflatie te berekenen: de nationale consumentenprijsindex (CPI) en de HICP. Het belangrijkste verschil tussen deze methoden is dat de HICP geen rekening houdt met woonlasten van huiseigenaren, terwijl de CPI dat wel doet via de ontwikkeling van huurprijzen. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP als leidraad voor het monetaire beleid in de eurozone.
Met de dalende inflatie en lagere energieprijzen lijkt de druk op consumenten iets af te nemen, al blijft de ontwikkeling van de inflatie mede afhankelijk van externe factoren zoals energiemarkten en seizoensinvloeden.